Op onze school gaan we uit van de mogelijkheden van onze leerlingen. Wij geven de leerlingen eigenaarschap op verschillende ontwikkelingsgebieden: cognitief (het denken), sociaal-emotioneel (emoties en omgaan met andere), communicatief en fysiek medisch (lichamelijke gezondheid)
Zo laten onze leerlingen bijvoorbeeld zelf weten aan welke competenties ze willen werken en wanneer ze willen rusten en wanneer ze actief zijn. Ook leren we ze om zelfstandig te worden in het toedienen van medicatie of sondevoeding. Verder voeren we met de ouders/verzorgers van leerlingen die minder cognitief begaafd zijn een zogenaamd ‘goed leven gesprek', waarin ze kunnen aangeven hoe het met de leerling gaat qua lichamelijk welzijn, contact, alertheid, communicatie en tijdsbesteding.
We stimuleren hen op al deze manieren om zelf te kiezen wat ze nodig hebben. Dit vergroot het vertrouwen in hun eigen kunnen en hun eigenwaarde. Ze kunnen zelf de regie nemen in keuzes maken in het leven. We geven hen vaardigheden mee om te kunnen meedoen in de maatschappij. Denk hier bijvoorbeeld aan het leren omgaan met obstakels in het dagelijks leven. Dit kan letterlijk zijn, door bijvoorbeeld te leren om deuren open te doen, maar ook door te leren om hulp te vragen als een gebouw niet rolstoeltoegankelijk is.
Ook de sociale vaardigheden om mee te doen in de samenleving vinden wij belangrijk. Niet alle leerlingen hebben de mogelijkheid om te spelen met vriendjes uit de buurt, waardoor het ontwikkelen van sociale vaardigheden vooral op school gebeurt. Daarom besteden wij hier veel aandacht aan.
Op de Prins Johan Frisoschool vinden we het belangrijk om niet de beperking van de leerling te zien, maar de bekwaamheid.
Onze school is een veilige plek, waar kinderen zich gehoord en gezien voelen. We bieden onderwijs dat past bij onze leerlingen, waarbij we kijken naar de mogelijkheden van ieder kind. De school is een plek waar ouders/verzorgers zich ook thuis voelen. Wij staan open voor ouderbetrokkenheid en we stimuleren dit ook.
Zo voeren we twee keer per jaar oudergesprekken. Ouders/verzorgers kunnen dan aangeven hoe ze aankijken tegen het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP), hier moeten ze ook voor tekenen. Ook wanneer we ‘goed leven gesprekken’ voeren zijn ouders/verzorgers hierbij aanwezig.
Verder organiseert onze ouderraad verschillende activiteiten op school. Eén van de activiteiten is een thema-avond voor ouders/verzorgers. Wij zien ouders/verzorgers minder gemakkelijk ‘automatisch’, omdat ze de leerlingen vaak niet zelf komen brengen en halen. Juist daarom zijn dit soort evenementen erg belangrijk op onze school.
Bij ons staat saamhorigheid hoog in het vaandel. Wij bieden als enige school in de wijde omgeving onderwijs aan in alle leerroutes. Hierdoor hebben wij veel verschillende leerlingen op onze school. Het regulier SO (speciaal onderwijs) en de ZML (zeer moeilijk lerenden) zijn door elkaar heen gevestigd op de pleinen. Daarnaast zitten er (door het samengaan van de voormalige Prins Johan Friso Mytylschool en de Groninger Buitenschool) leerlingen met diverse aandoeningen en/of beperkingen samen in één groep. Deze mix aan leerlingen – waarin er ruimte is voor iedereen – zorgt voor veel saamhorigheid. Iedereen telt mee!
Met ons onderwijs sluiten we aan op de belevingswereld van de leerlingen. Het onderwijs is praktijk- en ervaringsgericht: wat we onze leerlingen leren, is meteen toepasbaar. Zo doen de leerlingen bijvoorbeeld de was van de school (handdoeken, maar ook het beddengoed uit de rustruimte). Ook vullen ze koffiebonen en koffiemelk bij en koken ze één keer in de week voor de medewerkers. De leerlingen doen hiervoor zelf de boodschappen en beheren het geld.
We sluiten aan bij de ontwikkeling van de individuele leerling met onze lesaanpak en ons lesaanbod. Wanneer een leerling bijvoorbeeld in een rolstoel zit, leren ze heel praktisch hoe ze zelf deuren open kunnen doen. Of een leerling met een beperking in een hand of arm leert om toch kunnen schrijven. Nieuwe kennis en vaardigheden kunnen zo direct toegepast worden om problemen uit het echte leven op te lossen.
Met ons onderwijs willen we onze leerlingen iets extra’s meegeven, zodat ze zo sterk mogelijk de samenleving in stappen. Wij willen dat ieder kind tijdens de schooltijd bij ons de eigen talenten ontdekt en zich daar zoveel mogelijk in ontwikkelt. We gebruiken leermiddelen die recht doen aan verschillen in capaciteiten, talenten en manieren van leren. Dit doen we bijvoorbeeld met extra grote iPads, aangepaste scharen en spraakcomputers. Maar ook door het gebruik van de LOeS-werkwijze.
Aan het eind van hun schooltijd weten onze leerlingen wie ze zijn en wat ze kunnen. Het draait op onze school om zelfvertrouwen vergroten, talenten benutten en successen vieren.
Wanneer kinderen met plezier naar school gaan, ontstaat een omgeving waarin leren en ontwikkelen mogelijk is. Door verschillende werkvormen aan te bieden, stimuleren we plezier in het leren. Ook door keuzes te geven in hun leren, zorgen we voor meer plezier. Leerlingen mogen bijvoorbeeld kiezen aan welke competenties ze willen werken, welke stage ze willen lopen of welke klus ze willen doen op het Werkplein Haren.
We stralen uit dat we plezier hebben in het werken met onze leerlingen en we gaan op een positieve manier met ze om. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het leerproces. We dragen allemaal bij aan een fijne en plezierige sfeer op school.